Menu
Onderzoeken

Gehooronderzoek

Voor verschillende ooraandoeningen is een onderzoek nodig.

Vaak wordt er dan een combinatie-afspraak gemaakt voor een bezoek aan de KNO-arts en een gehooronderzoek door de audiometrist.

Lees voor

Onderzoek KNO-arts

Het onderzoek van de KNO-arts is er op gericht om zowel de ernst als het niveau (dus op welke plaats in het oor) van het gehoorverlies te achterhalen. Het onderzoek bestaat uit

  • Inspectie van het oor, gebruikmakend van de binoculaire microscoop.
  • Stemvorkproeven om een globaal idee te krijgen over de ernst en het niveau.
  • Een drukmeting om de beweeglijkheid van het trommelvlies en de druk in het middenoor te bepalen (impedantiemetrie).
  • Gehoortest(en).

Zo nodig wordt dit onderzoek uitgebreid met hersenstamaudiometrie (BAEP),oto-acoustische emissie meting, CT of MRI- onderzoek.

Het doel van een hersenstamaudiometrie BAEP is het meten van de reactie van de hersenen op een geluidsprikkel van het gehoorsysteem. Oto akoestische emissies zijn geluidjes die een gezond oor zelf produceert. Deze zijn meetbaar met een zogeheten OAE meting. Deze meting kan bij pasgeborenen en peuters een aanwijzing geven of er mogelijk iets mis is met het gehoor. Ook wordt de test gebruikt om de eerste schade aan het gehoor door lawaai of muziek aan te tonen.


Gehoortesten

  • Bij iedere patiënt met gehoorproblemen wordt een toonaudiogram afgenomen. Met een zogenaamde audiometer en een koptelefoon laat de assistente tonen horen van verschillende frequenties en verschillende sterktes. Aan de patiënt wordt gevraagd aan te geven of deze worden gehoord. De meetresultaten worden in een grafiek weergegeven. Deze grafiek heet een drempelaudiogram, toonaudiogram of kortweg: audiogram.

  • Bij gehoorverlies neemt ook het vermogen af om gesproken woorden te verstaan. We spreken van een afname van het “spraakverstaan”. Om er achter te komen hoe groot het verlies aan spraakverstaan nu feitelijk is. U krijgt korte woorden te horen die na elke 11 woorden zachter of harder worden. U wordt verzocht deze woorden zo goed mogelijk na te zeggen. In een grafiek worden deze resultaten weergegeven: per geluidssterkte wordt het percentage goed nagezegde woordjes aangeduid. Dit noemt men het spraakaudiogram. Het is vooral dit spraakaudiogram dat duidelijk maakt of een patiënt baat kan hebben van het gebruik van een hoortoestel.

  • Het middenoor (= tympano) is bedoeld om geluid van het trommelvlies over te brengen (te geleiden) naar het eigenlijke gehoorzintuig: het slakkenhuis (binnenoor). Als die geleiding niet goed gaat, wil een KNO-arts of een audioloog weten waardoor dat komt. Een belangrijke oorzaak van een geleidingsgehoorverlies is onderdruk of vocht in het middenoor door een onvoldoende functionerende buis van Eustachius.

    Tympanometrie geeft een indruk van de werking van het middenoor. U krijgt in het te meten oor een dopje dat uw gehoorgang helemaal afsluit. Hiermee wordt de druk in uw gehoorgang veranderd. Het apparaat dat aan het dopje is aangesloten, meet dan hoeveel luchtdruk uw trommelvlies en gehoorbeentjes opnemen.

  • Met dit onderzoek kan de reflexmatige samentrekking op hard geluid van de musculus stapedius (= spiertje in het middenoor) worden gemeten. U heeft het dopje in het te meten oor en een hoofdtelefoon op het andere oor. U krijgt sterke tonen te horen. Het apparaat meet de beweging van een spiertje in uw middenoor. Er wordt vervolgens gemeten of dit wel of geen samentrekking van de musculus stapedius (= stapediusreflex) veroorzaakt.

Downloads

Wilt u meer informatie over de onderzoek)? Download de folders hieronder.