Menu
Patiënt

‘Pacemaker’ tegen pijn

Door bepaalde zenuwfuncties met een elektrische puls te beïnvloeden, zijn gevoelens van pijn te verdringen. Neurostimulatie laat zich vergelijken met een pacemaker, maar dan voor zenuwen.

De uiteindelijke oorzaak van pijn wordt met neurostimulatie niet bestreden, maar de gevoelens van pijn worden tot zeventig procent gereduceerd en vervangen door een veel behaaglijker, tintelend gevoel.

Neurostimulator relatief onbekende methode voor zenuwpijnbehandeling

Pijnbehandeling maakt een stormachtige ontwikkeling door. Het medisch vakgebied komt pas eind jaren tachtig tot ontwikkeling. Aanvankelijk richt het vak zich op het uitschakelen van zenuwen om pijn te bestrijden. ‘Maar dat werkte averechts’, zegt anesthesioloog en pijnbestrijder Jan-Hein Cobben van het Deventer Ziekenhuis. ‘Vroeg of laat komt die pijn toch terug. Denk aan iemand met een geamputeerd been, die kan nog altijd fantoompijnen ervaren.’ Inmiddels is de pijndiscipline tot wasdom gekomen en zijn er nieuwe methoden gevonden om pijn te bestrijden. Het pijncentrum van het Deventer Ziekenhuis heeft hierin een belangrijke regiofunctie.

Neuromodulatie

Nog relatief onbekend is de methode van neuromodulatie/stimulatie om pijn te tegen te gaan. Pijnconsulente Gepke ter Hoeven van het Deventer Ziekenhuis legt de methode uit: ‘De patiënt krijgt net als bij een pacemakeroperatie in het lichaam een klein kastje ingebracht dat via een geleidingskabeltje elektrische stroomstootjes afgeeft aan een zenuw of ruggenmerg waardoor pijn goeddeels verdwijnt. Daar komt een tintelend gevoel voor terug, iets wat veel mensen als prettig ervaren.’ Daarmee wordt de kwaal overigens niet echt bestreden, de feitelijke pijn blijft omdat de zenuw ernstig is aangetast. Arts Cobben: ‘Wat we doen, is delen of functies van de zenuwen die pijn onderdrukken, juist stimuleren waardoor de echte pijn naar achter wordt gedrukt. Vergelijk het met twee treinen waarvan de ene trein moet wachten op de andere. De verzachtende trein (tintelingen) heeft voorrang op de “pijntrein”, waardoor de hersenen minder pijn ervaren. Of vergelijk het met jeuk. Als je jeuk hebt, wrijf je over de jeukplek waardoor andere stimuli ontstaan die het jeukgevoel (tijdelijk) wegnemen. Vandaar dat het ook neuro-modulatie heet, je verandert (moduleert) feitelijk de zenuwfunctie. We zetten de poort dicht voor pijnprikkels door andere aangenamere prikkels te stimuleren. Dat doen feitelijk de hersenen, al kunnen hersenen zelf ook pijn moduleren. Uiteindelijk zit pijn tussen de oren. Je hebt een bewustzijn nodig om pijn te ervaren.’ Ter Hoeven wijst nog op een misvatting. ‘Als je pijn hebt in je arm of been, hoeft de oorzaak niet te zitten precies op de plek van de pijn. Armpijn kan veroorzaakt worden door een probleem in de nek, beenpijn komt vanuit de onderrug of het ruggenmerg. Denk aan de hernia die in de rug zit, maar voor uitstraling naar de benen zorgt, daar waar je de pijn voelt. De behandeling kan dus op een heel andere plek plaatshebben dan waar de pijn feitelijk zit.’

Geen wondermiddel

Cobben is enthousiast over neuromodulatie als behandelingsmiddel voor pijn, maar waarschuwt dat het geen wondermiddel is voor alle pijnen. Cobben: ‘Je hebt het vooral over arm- en beenpijnen, maar soms ook over gevolgen van kankeroperaties waarbij zenuwen zijn beschadigd. Het is ook een uiterst middel, mede omdat het een dure behandeling is en iemand feitelijk altijd als patiënt aan het ziekenhuis verbonden blijft. We proberen pijn eerst met medicijnen te bestrijden; veel medicijnen werken vaak prima. Maar het kan zijn dat medicijnen nare bijwerkingen hebben. Als iemand erg suf van medicijnen wordt, is dat lastig werken bijvoorbeeld. Dan kan neuromodulatie een oplossing bieden. Soms werken medicijnen ook niet en is zo’n kastje in je lichaam een optie. Anderzijds is neuromodulatie ook niet altijd dé oplossing. Je kunt bijvoorbeeld niet altijd op de goede plek bij een zenuw komen.’

Proefperiode

Om in aanmerking te komen voor neuromodulatie is een medische indicatie nodig. Daarna volgt eerst een proefperiode waarin gekeken wordt of de methode aanslaat. Vervolgens wordt tijdens de operatie de ‘pacemaker’ aangebracht en gedurende de operatie worden de begeleidingskabels op de goede plek geplaatst en vastgehecht. Ter Hoeven: ‘Soms is dat even zoeken. Wat is de goede locatie om de juiste zenuwfunctie te stimuleren om pijn te onderdrukken?’

De patiënt is tijdens de operatie onder een plaatselijke verdoving, en gedurende de ingreep wordt direct duidelijk hoe de patiënt op de stroomstootjes reageert. Omdat de patiënt “bij” is, krijgt de arts direct feedback of het werkt. Ter Hoeven vervolgt: ‘Helpt het niet of nog niet goed genoeg, blijft de pijn, dan zoeken we nog verder naar de juiste plek.’ Cobben schat in dat met deze methode tot zeventig procent pijnvermindering een realistisch resultaat is: ‘Het is, als medicijnen niet werken, de meest effectieve methode die ik ken.’ Op dit moment worden in het Deventer Ziekenhuis per jaar zo’n twintig neuromodulatie operaties verricht. Cobben en Ter Hoeven sluiten niet uit dat er mensen zijn die al jaren rondlopen met pijnklachten waarbij in het verleden behandelingen geen effect hadden. Mogelijk zijn deze mensen met neuromodulatie alsnog van de pijn af te helpen.