Obductie na overlijden
Obductie is onderzoek van het lichaam na de dood. Obductie heet ook sectie, autopsie of lijkschouwing. Het onderzoek wordt gedaan door een patholoog en kan helpen vast te stellen waarom iemand is overleden.
Wat gebeurt er bij een obductie na overlijden?
De patholoog onderzoekt uitgebreid alle inwendige organen op afwijkingen. Er worden kleine stukjes weefsel afgenomen voor microscopisch onderzoek en soms voor kweek. Dit is belangrijk omdat niet alle afwijkingen met het blote oog te zien zijn. In principe worden alle organen na het onderzoek teruggeplaatst in het lichaam, behalve (delen van) organen waarvan het onderzoek nog niet is afgerond. Hiervoor kunnen verschillende redenen zijn.
Voor hersenonderzoek is bijvoorbeeld een periode van 6 tot 8 weken nodig voor bewerking en beoordeling. Deze weefsels of (delen van) organen kunnen niet met de overledene mee begraven of gecremeerd worden, maar worden als het onderzoek is afgerond gecremeerd. De stukjes afgenomen weefsel worden voor onbepaalde tijd op de afdeling Pathologie bewaard.
Na de obductie
Een obductie neemt ongeveer 2 tot 3 uur in beslag. Na de obductie wordt de overledene door de uitvaartverzorger opgehaald voor opbaring en/of crematie of begrafenis. Uw naaste kan normaal opgebaard worden zonder dat iets van de obductie te zien is, behalve als er onderzoek van de hersenen heeft plaatsgevonden bij mensen met weinig haar. Dan is er een gehechte wond op het hoofd te zien.
De uitslag
De patholoog stuurt het verslag naar de behandelend arts. Ongeveer 6 - 8 weken na de obductie kunt u een afspraak maken met de arts.