Menu
Onderzoeken

Mammalokalisatie onder echogeleiding

Bij een mammalokalisatie onder echogeleiding plaatst de radioloog een jodiumzaadje in de gevonden afwijking in de borst. Het zaadje blijft langere tijd radioactief en kan daarom enkele dagen (tot zelfs een aantal maanden) van te voren worden ingebracht.

Tijdens de operatie kan de chirurg het zaadje opsporen met speciaal apparatuur en het weefsel met daarin het zaadje verwijderen.

Afdeling(en)

Contact

(0570) 535 135

Hoe kom ik er?

Route 45
Lees voor

Wat gebeurt er bij een CT-onderzoek?

U komt op de onderzoekstafel te liggen met onbloot bovenlijf. De radioloog zoekt met echo de afwijking op en voert een holle naald, met daarin het zaadje, op tot in de afwijking. De prik is een beetje pijnlijk. Het voelt hetzelfde als een verdovingsprik. Daarom wordt er geen verdoving gegeven.

Als de naald met het zaadje op de goede plaats zit, duwt de radioloog het zaadje uit de naald. De naald wordt daarna verwijderd en het zaadje blijft achter. Aansluitend kan er een mammografie gemaakt worden om de locatie van het zaadje te controleren. De radioloog bepaalt of dit nodig is. Het onderzoek duurt zo'n 20 minuten.

Downloads

Wilt u meer weten over het onderzoek, waar het voor dient of hoe u zich kunt voorbereiden? Download dan onze folder hieronder.