Menu
Patiënt

'Heel snel onderzoek doen'

Lars Oskam is analist op het Klinisch Chemisch Laboratorium (KCL). Het KCL doet onderzoek in meerdere lichaamsvloeistoffen, zoals bloed, urine, ontlasting en hersenvocht. Het gros van het onderzoek richt zich op bloed. De analisten van het KCL kijken of stoffen die in het bloed thuishoren verhoogd of verlaagd zijn.

Veel uit bloed af te lezen

Lars Oskam: 'Aan de waarden in iemands bloed kun je veel aflezen. Heeft iemand bijvoorbeeld een licht hartinfarct gehad, dan kun je dat terugzien in zijn bloed. Bepaalde stoffen, zogenaamde hartmarkers zullen dan in verhoogde concentratie aanwezig zijn in het bloed, terwijl ze daar niet in die hoeveelheid thuishoren.'

Hele snelle diagnose

Oskam legt uit hoe een dag op het KCL eruit ziet. '’s Ochtends gaat een deel van de analisten, samen met de medewerkers van de bloedafname, afdelingen af om bloed te prikken bij patiënten. Een ander deel van de analisten start de apparatuur op en stelt deze op de juiste wijze af zodat het bloed dat is afgenomen gelijk geanalyseerd kan worden. Bij de analyse houden we rekening met bloed van patiënten dat snel geanalyseerd moet worden, in de meeste gevallen afkomstig van patiënten op de SEH, de IC, de hartbewaking, en bloed waarvan de uitslag van het onderzoek langer op zich kan laten wachten. We doen chemische testen van het bloed waarmee we de orgaanfuncties van bijvoorbeeld hart, lever en nieren kunnen vaststellen. En we doen zogenaamd hematologisch onderzoek naar de bloedcellen. Zijn er bijvoorbeeld genoeg rode en witte bloedcellen? De uitslag van het spoedonderzoek wordt binnen het uur doorgegeven aan de behandelend arts. Deze kan dan op z’n ochtendronde zijn diagnose bespreken met de patiënt en de behandeling starten en of volgen.'

Huisartsen

Naast bloed van patiënten uit het eigen ziekenhuis krijgt het KCL ook bloed voor onderzoek aangeboden via huisartsen in de omgeving en de trombosedienst. Oskam: 'In de meeste gevallen zit daar niet zo’n spoed achter. Deze uitslagen zijn aan het einde van de dag allemaal bekend.' Bloed dat is afgenomen kan in veel gevallen vijf dagen worden bewaard. Als er andere analyses moeten worden gedaan kan dat meestal met hetzelfde bloed gebeuren. Dat is prettig voor de patiënt omdat hij dan maar één keer hoeft te worden geprikt. Soms is het echter nodig om nog een keer te prikken. Dat kan het geval zijn als bijvoorbeeld de conditie van een patiënt verslechtert. Oskam: 'Het is in het belang van zo’n patiënt dat het prikken van het bloed en de analyse ervan zo snel mogelijk gebeurt. Het is de kracht van het KCL dat wij 24 uur per dag klaar staan om zo’n snelle analyse te maken.'

Urine-onderzoek

Naast bloed, doet het KCL ook veel onderzoek met urine. Dit onderzoek kan eigenlijk in twee groepen verdeeld worden. Bij de ene groep wordt de urine onderzocht op de aanwezigheid van een blaasontsteking. En bij en andere groep is het urineonderzoek gericht op nierschade. Oskam: 'Bij dit onderzoek bekijken we met de apparatuur en eventueel de microscoop of er onder andere bloed in de urine zit, iets wat bij nierschade voor kan komen.'

Bijzonder onderzoek

Naast de 'normale' onderzoeken doet het KCL ook bijzonder onderzoek. Om bijzonder onderzoek te kunnen doen beschikt onze afdeling over speciale apparatuur. Daardoor kunnen wij hematologisch onderzoek doen naar bloedcellen, bijvoorbeeld als er vermoeden is van leukemie. Of we kunnen chemisch onderzoek doen om te bepalen wat het gehalte aan vitamines of hormonen is. Met andere technieken wordt allergie-onderzoek en onderzoek naar auto-immuunziekten gedaan. En we kunnen met behulp van speciale apparatuur zogenaamd porfyrie-onderzoek doen om te bepalen of iemand bepaalde enzymen mist die tot een stofwisselingsziekte kunnen leiden.' Vooral het laatste maakt deze afdeling van KCL uniek. Slechts een aantal ziekenhuizen in Nederland heeft de apparatuur en kennis in huis om dit te kunnen. 'Om die reden voeren wij ook onderzoeken uit voor andere ziekenhuizen, bijvoorbeeld het AMC.'