Menu
Behandelingen

Oefeningen na een buigpeesoperatie

Wanneer u een buigpeesoperatie hebt ondergaan wilt u zo snel mogelijk herstellen. Goede nazorg kan daarbij helpen. U kunt bijvoorbeeld zelf thuis enkele handoefeningen doen, die uw herstel bevorderen.

Afdeling(en)

Contact

(0570) 53 50 35

Hoe kom ik er?

Route 5
Lees voor

Wat zijn goede oefeningen na een buigpeesoperatie?

Voor optimaal herstel kan het enkele keren per dag uitvoeren van onderstaande oefeningen helpen. Let u er wel op dat u alle oefeningen uitvoert tot de pijngrens.

Eerste periode (0-4 weken na operatie)

  1. Strek uw vingers volledig, zodat uw nagels tegen de spalk komen. Houd deze stand 5 seconden vast. Buig daarna uw vingers met behulp van het elastiek weer terug.
  2. Draag hierbij de spalk. Buig alle gewrichten van uw vingers met uw andere hand. Houd deze stand 5 seconden vast. Uw andere hand beweegt mee door uw duim op de nagel te plaatsen en uw wijsvinger achter de vinger.
  3. Draag hierbij de spalk! Strek, met uw andere hand, de laatste twee gewrichten van de vingers zo recht mogelijk. Houd deze stand 5 seconden vast.

Tweede periode (4-6 weken na operatie)

Tijdens deze oefeningen draagt u een polsbandje. De oefeningen uit de 1e periode blijven belangrijk.

  1. Houd uw vingers in een ontspannen vuist en beweeg uw pols rustig naar achteren. Houd deze stand 5 seconden vast.
  2. Beweeg uw pols rustig naar voren met uw vingers ontspannen in gestrekte stand. Houd deze stand 5 seconden vast.​​
  3. Buig uw aangedane vinger (samen met de andere vingers) met behulp van uw andere hand. Houd deze stand 5 seconden vast zonder hulp van uw andere hand.

Derde periode (6 tot 12 weken na operatie)

Deze oefeningen doet u zonder spalk of polsbandje. De oefeningen uit de 1e en 2e periode blijven belangrijk.

  1. Maak een vuist waarbij de gewrichten bij uw nagel gestrekt zijn. Uw duim blijft buiten de vuist. Houd deze stand 5 seconden vast.
  2. Maak een volledige vuist, hierbij zijn alle gewrichten van uw vingers gebogen. Uw duim blijft buiten de vuist. Houd deze stand 5 seconden vast. Uw kunt uw andere hand zo nodig mee bewegen door uw duim op uw nagel te plaatsen en uw wijsvinger achter uw vinger.
  3. ​Buig de twee bovenste gewrichten van uw vingers, buig bij uw duim alle gewrichten. Houd deze stand 5 seconden vast. U kunt uw andere hand zo nodig mee bewegen door uw duim op uw nagel te plaatsen en uw wijsvinger achter uw vinger.
  4. Houd uw geopereerde vinger net onder het tweede gewricht vanaf de nagel vast. Buig het gewricht zover mogelijk. Houd deze stand 5 seconden vast. Strek vervolgens het gewricht zover mogelijk. Houd deze stand 5 seconden vast.
  5. Houd uw geopereerde vinger net onder het eerste gewricht vanaf de nagel vast. Buig het gewricht zover mogelijk. Houd deze stand 5 seconden vast. Strek vervolgens het gewricht zover mogelijk. Houd deze stand 5 seconden vast.​

Vierde periode (8 tot 12 weken na operatie)

De oefeningen doet u zonder spalk en/of polsbandje. Als uw vinger(s) en pols nog niet volledig kunnen bewegen, blijf voorgaande oefeningen uitvoeren.

  1. Houd de niet-geopereerde vingers van uw hand gestrekt vast en leg uw hand met de handrug op tafel. Buig uw geopereerde vinger zover mogelijk. Houd deze stand 5 seconden vast.​
  2. Houd met uw geopereerde hand de posities aan in de volgorde zoals op het plaatje staat.

Download

Meer weten over oefeningen na een buigpeesoperatie? Download de folder.