Menu
Behandelingen

Nierbekken corrigeren

Het corrigeren van de nierbekken is meestal nodig na een aangeboren vernauwing, waardoor de afvloed van de urine naar de blaas niet optimaal verloopt. Hierdoor kunnen klachten ontstaan, zoals een nierbekkenontsteking.

Afdeling(en)

Contact

(0570) 53 51 50

Hoe kom ik er?

Route 3
Lees voor

Wat gebeurt er bij het corrigeren van de nierbekken?

De ingreep vindt plaats op de operatiekamer. De verpleegkundige brengt u in uw bed naar de operatieafdeling. De anesthesioloog dient uw verdoving toe, zoals afgesproken tijdens de preoperatieve screening. Bij de ingreep wordt een snee gemaakt ter hoogte van de flank (dit is de zijkant van de buik). Het vernauwde deel van de overgang van het nierbekken naar de urineleider wordt eruit geknipt en weer aan elkaar gezet. Na de operatie laat de uroloog vaak een katheter achter in de blaas en een uitwendige nefrostomiekatheter (nierdrain). U krijgt een inwendige katheter (dubbel J) van de nier naar de blaas zodat de nieuwe verbinding kan genezen. Vaak wordt er ook een slangetje (wonddrain) achtergelaten om wondvocht af te voeren. U krijgt een infuus voor extra vocht en eventueel medicatie tegen een ontsteking. De operatie duurt ongeveer 2 uur.

Risico's en bijwerkingen

Doordat er aan de urinewegen is gewerkt, hebt u kans op een blaasontsteking, Dit kan zich uiten door symptomen als pijn en branderig gevoel bij plassen, vaak aandrang of koorts. Bij een of meer van deze klachten is het verstandig een arts te raadplegen. Door ruim te drinken kunt u een blaasontsteking voorkomen.

Nazorg

Voordat u naar de afdeling gaat, verblijft u nog enige tijd op de uitslaapkamer. Na iedere operatie bestaat de kans, dat u pijn heeft van de operatie. De pijnstilling na de operatie wordt geregeld door de anesthesioloog. Dit is met begesproken tijdens de preoperatieve screening. Na de operatie mag u weer wat water gaan drinken, als dat goed gaat mag u in overleg weer voorzichtig uw voeding gaan uitbreiden

De eerste dag na de operatie mag u onder begeleiding van de verpleegkundige voorzichtig mobiliseren. De zaalarts komt dagelijks bij u om te kijken hoe het met u is. De zaalarts bepaalt wanneer de katheter en de wonddrain mogen worden verwijderd. Dit wordt gedaan door de verpleegkundige van de afdeling. Houd er rekening mee dat een opname 5 tot 7 dagen duurt.

Wanneer u weer thuis bent zijn de volgende zaken belangrijk:

  • Het is belangrijk dat u ruim drinkt (geen alcohol in verband met bloedverdunnende werking), zodat u een ruime en heldere urine produceert.
  • Zwaar tillen, sporten, fietsen en gemeenschap hebben kan hervat worden na 6 weken.
  • In verband met wondgenezing mag u gedurende 2 weken niet zwemmen, in bad of gebruik maken van een sauna.

Downloads