Menu
Behandelingen

Borstreconstructie

Na een borstamputatie, die meestal door de algemeen chirurg is verricht, ontbreekt de borstcontour en is er vaak een asymmetrie. Om een (nieuwe) borst te reconstrueren die zoveel mogelijk overeenkomt met uw andere borst, zijn vaak meerdere operaties mogelijk en noodzakelijk.

Van belang is het echter dat een reconstructie uw persoonlijke keuze blijft. Hier leest u meer over de schillende mogelijkheden, het verloop van de operatie, de risico's en de nazorg.

Afdeling(en)

Contact

(0570) 53 51 25

Hoe kom ik er?

Route 75
Lees voor

Wanneer een borstreconstructie?

De verschillende opties voor een borstreconstructie worden persoonlijk met u besproken zodat u samen met uw behandelend plastisch chirurg een wel overwogen keuze kunt maken.

Een borstreconstructie kan op 2 momenten worden uitgevoerd, te weten:

  • De reconstructie wordt verricht direct aansluitend op een amputatie. Over het algemeen wordt u door de algemeen chirurg opgenomen.
  • De reconstructie wordt op een later tijdstip, ruim 1 jaar na amputatie èn afronding van de nabehandeling (chemotherapie of radiotherapie).

De operatie

Vóór de operatie consulteert u minstens tweemaal uw plastisch chirurg alsmede de mammacareverpleegkundige. Hierbij worden de operatiemogelijkheden, de risico’s en de nazorg met u besproken. Het is daarbij van belang om een reëel verwachtingspatroon te hebben over een borstreconstructie. Een gereconstrueerde borst zal altijd in vorm en grootte verschillen van een natuurlijke borst. Het zal ook anders aanvoelen. Meestal zijn verschillende operaties noodzakelijk. Over het algemeen zijn vrouwen die een borstreconstructie hebben ondergaan erg tevreden met het uiteindelijke resultaat. U krijgt ook adviezen ten aanzien van een juiste steunende BH, elastische korset en tips voor de periode thuis na de ingreep.

Complicaties borstreconstructie

Bij iedere operatie is er kans op gangbare complicaties zoals infecties, bloeduitstortingen en bloedingen. Bij een borstreconstructie is er daarnaast kans op de volgende complicaties:

Na een amputatie kan zich onderhuids wondvocht ophopen, meestal in de okselregio. Dit komt vooral voor als de oksellymfeklieren zijn verwijderd. Als hierdoor een pijnlijke druk op de huid ontstaat, kan het vocht met een injectiespuit worden verwijderd. Meestal zal de productie van wondvocht vanzelf verminderen.


  • Bij elke operatie kan een bloeding ontstaan, wat het plaatsen van een drain nodig maakt. Blijft de nabloeding doorgaan, dan is meestal opnieuw een operatie nodig om de bloeding te stoppen.
  • Als er een prothese of tissue-expander is gebruikt, moet deze bij een infectie verwijderd worden.
  • Bij een lekkage van de ballon, over het algemeen veroorzaakt bij aanprikken van wondvocht, dient deze operatief te worden vervangen.
  • Bij huid-spierverplaatsingen kan door stoornissen in wondgenezing of doorbloeding een deel van de huid afsterven. In dat geval zijn er hersteloperaties nodig.
  • Soms is er sprake van overmatige littekenvorming. Dit kan later operatief gecorrigeerd worden.
  • Bij borstprothesen kan kapselschrompeling optreden. Elk lichaamsvreemd materiaal wordt door het lichaam omhuld door een dunne laag bindweefsel, kapsel genaamd. Bij sommige patiënten kan het kapsel schrompelen, waardoor uw borst hard kan worden, pijn gaat doen of van vorm kan veranderen. Hier is al veel onderzoek naar gedaan, maar de oorzaak is nog onbekend. Bij gebruik van prothesen met een geruwd oppervlak is de kans op een kapselschrompeling in de eerste tien jaar 5% en bij gladde prothesen 30%

Aandoeningen

Downloads