Menu
Behandelingen

Bijschildklieroperatie

De bijschildklieroperatie wordt uitgevoerd als uw bijschildklier te snel werkt. Hier leest u meer over de gang van zaken rond deze ingreep.

Afdeling(en)

Contact

(0570) 53 50 60

Hoe kom ik er?

Route 77
Lees voor

Hoe gaat een bijschildklieroperatie?

De anesthesioloog brengt een infuus in de arm in. Via dit infuus krijgt u vocht toegediend. Daarna gaat u de operatiekamer in. U gaat liggen op de operatietafel. Daarna brengt de anesthesioloog u onder narcose zoals besproken tijdens de preoperatieve screening. De specialist begint met de operatie. Hij maakt een horizontale snee, laag in uw hals. De grootte kan variëren van ongeveer 5 tot 10 centimeter. De specialist verwijdert de aangedane bijschildklier- of klieren. De wond hecht hij met oplosbare hechtingen die onder de huid komen te liggen. Als het nodig is, legt hij een drain (slangetje) aan in het operatiegebied. Deze drain voert het wondvocht af. Na de operatie belt de specialist met de contactpersoon om te vertellen hoe de operatie verlopen is. Het weefsel wordt naar het laboratorium gestuurd voor onderzoek.

Risico's en bijwerkingen

Geen enkele operatie is zonder risico’s. Bij een schildklieroperatie is er kans op complicaties zoals trombose, longontsteking, nabloeding of een wondinfectie.

Beschadiging stembanden

U kunt als gevolg van de operatie last hebben van heesheid door irritatie of letsel van de stembandzenuw. Dit gaat meestal vanzelf weer over. Blijven uw stembanden slecht functioneren? Dan heeft u misschien spraakles nodig. Hard praten en roepen is dan echter niet meer mogelijk. Ook als de stembandzenuw niet beschadigd is, kunt u merken dat uw stem veranderd is. Dit kan komen door beschadigingen van de halsspieren of van andere zenuwtakjes.

Tekort aan bijschildklierhormoon

Nadat het goedaardige gezwel is weggehaald, ontstaat meestal een tijdelijk tekort aan het bijschildklierhormoon. Na een aantal dagen nemen de andere bijschildklieren de functie over. Een blijvend tekort aan bijschildklierhormoon komt zelden voor. Ontstaat het toch, dan moest de specialist bij de operatie meestal teveel bijschildklierweefsel weghalen. Dit zal uit bloedonderzoek duidelijk worden. De specialist (internist) zal dan calciumtabletten en vitamine D-preparaten voorschrijven om een tekort hiervan te voorkomen.

Te weinig bijschildklierweefsel weggehaald

Als er te weinig bijschildklierweefsel is weggehaald kan er mogelijk een nieuwe operatie noodzakelijk zijn.

Nazorg

Een dag of enkele dagen na de operatie kunt u meestal weer naar huis. Vraag of iemand u komt halen.

De wond kan de eerste dagen na de operatie gevoelig zijn. Over het algemeen geneest de wond zonder problemen. Er zullen na de operatie plakkertje op het litteken zitten, laat u deze zitten tot u op de polikliniek komt voor controle. U mag na 2 dagen douchen, gaat u nog niet in bad of zwembad tot u op de polikliniek bent geweest. Het litteken is gevoelig voor zon, zal snel verbranden, beschermt u het daarom nog de eerste maanden en gebruik eventueel zonnebrandcrème met een hoge UV factor.

Downloads