Menu
Corneacentrum

Cornea Centrum in STZ-register

Het cornea-centrum (hoornvlies) van het Deventer Ziekenhuis is opgenomen in het STZ-register. Het is het zesde expertisecentrum van ons ziekenhuis dat in dit register is opgenomen. Uit het hele land komen patiënten naar ons ziekenhuis voor een hoornvliesbehandeling. ‘Er zijn weinig ziekenhuizen in Nederland die een zo’n compleet aanbod hebben van hoornvlies (cornea) zorg’, vertellen oogartsen Marjolijn Bartels en Thijs Vaessen.

Medicijnen of transplantatie

Het STZ-register biedt een overzicht van alle in Nederland als topklinisch beoordeelde zorgfuncties. Zorg is topklinisch als er excellente patiëntenzorg is, voldoende opleidingsmogelijkheden bestaan en regelmatig onderzoek naar de ziekte wordt gedaan door specialisten. En aan al die voorwaarden voldoet ons cornea-centrum.

Het hoornvlies, ofwel cornea, is het buitenste laagje van het oog. Het dient enerzijds als bescherming, anderzijds om licht te breken. Dit hoornvlies kan scheuren (bijvoorbeeld bij een ongeval), kapot gaan door een ontsteking of door een erfelijke aandoening vertroebeld raken. Het komt vaak voor bij mensen op leeftijd, het kan een vorm van slijtage zijn met deels genetische oorzaak en ook jongeren kunnen er dus mee te maken krijgen. Contactlenzen kunnen in de vorm van ontstekingen ook een ontstaansbron van hoornvliesproblemen zijn, maar ook de eikenprocessierups kan voor irritaties aan het hoornvlies zorgen. Eerst wordt geprobeerd om met medicijnen, bril of contactlenzen het oogprobleem op te lossen, is dat niet mogelijk dan kan een transplantatie (in jargon keratoplastiek) in bepaalde gevallen een oplossing bieden.

Lastige diagnose

De diagnose stellen dat een hoornvlies niet goed functioneert, is vaak best lastig. Marjolijn Bartels: ‘Opticiens en huisartsen kunnen dat niet altijd constateren. We krijgen nogal wat mensen waarbij de eerste gedachte is “staar”, maar wat uiteindelijk een hoornvliesprobleem blijkt te zijn. Goede diagnose kan eigenlijk pas in het ziekenhuis.’ Thijs Vaessen vult aan: ‘Patiënten weten vaak ook niet dat er iets met het hoornvlies is. Een van de indicatoren bij een bepaalde hoornvliesdystrofie is dat je ’s ochtends slecht ziet en dat het zicht in de loop van de dag beter wordt.’ Andere kenmerken zijn: rode ogen, tranende ogen, gevoelig voor licht, pijn aan de ogen of irritatie die na een nacht slapen niet weggaat. Het zijn dus redelijk aspecifieke klachten waarbij de juiste diagnostiek van belang is.

Compleet aanbod

Per jaar worden in Nederland zo’n 1500 hoornvliestransplantaties uitgevoerd. Het Deventer Ziekenhuis neemt daarvan zo’n 7 procent voor zijn rekening. In verhouding veel. Bartels: ‘Wat ons Cornea Centrum uniek maakt, is dat we bijna alle facetten van hoornvlieszorg doen. Veel ziekenhuizen doen maar een deel. We worden dus landelijk echt gezien als expertise centrum. We werken nauw samen met Apeldoorn waar ook twee corneaspecialisten werken zodat ook (spoed)zorg met vakanties goed geregeld is.’ Een van de behandelmogelijkheden bij een hoornvliesprobleem als gevolg van een dystrofie-afwijking, is laseren. Thijs Vaessen: ‘Dat doen wij als Deventer en Apeldoorn artsen in Boxtel, op een speciale plek in een privékliniek. Niet altijd is een transplantatie nodig.’

Donor materiaal

Bij hoornvliestransplantaties wordt het doorzichtige vlies/schijfje dat voor het ‘gekleurde deel van het oog’ zit, vervangen. Het is precisiewerk. Bartels: ‘Je kunt het hele hoornvlies vervangen, maar ook een enkele laag. Het hoornvlies bestaat namelijk uit meerdere laagjes. De trend is dat we steeds meer één laag vervangen en alles wat nog wel goed is, gewoon laten zitten. Cornea-zorg wordt steeds fijnmaziger en dus specialistischer.’ Soms moet het nieuwe hoornvlies worden gehecht, soms wordt het met een luchtbel op de plek gehouden. Thijs Vaessen: ‘Een operatie duurt gemiddeld één tot anderhalf uur. De patiënt kan dezelfde dag nog naar huis. Herstel duurt soms een paar weken of paar maanden, anderen kunnen naar een week weer autorijden.’ Het nieuwe hoornvlies komt van een (overleden) donor. Omdat er geen bloedvaten in het hoornvlies zitten, komt afstoting niet heel vaak voor en is matchen van donortransplantaat en patiënt zelden nodig. Bartels: ‘Er is hierdoor meestal –anders dan bij andere organen - geen tekort aan donoren of een hele lange wachttijd. Er zijn meestal veel donoren voor handen. Is er sprake van afstoting kun je een nieuwe operatie doen.’ Soms is sprake van problemen aan één oog, soms aan twee. Thijs Vaessen: ‘Bij een eventuele transplantatie wordt altijd maar één oog in één keer gedaan.’

Cornea-centrum

Toen oogarts Marjolijn Bartels vanuit het Erasmus MC naar Deventer kwam, stelde ze als voorwaarde dat ze aan een Cornea Centrum wilde gaan bouwen. Als voorzitter van de corneawerkgroep Nederland zit Bartels ook vooraan bij alle nieuwe ontwikkelingen op hoornvlies-gebied. Denk daarbij aan nieuwe experimentele behandelingen. Voor Thijs Vaessen was Marjolijn zelfs de reden om oogarts in Deventer te worden. ‘Marjolijn heeft enorme expertise en hier staat echt een uniek centrum. Er zijn meer ziekenhuizen die transplantaties doen, maar weinige die zo compleet zijn.’

Meer weten over cornea-zorg