Menu
Aandoeningen

Urineverlies

Ongewild verlies van urine is een veel voorkomend probleem, zowel bij vrouwen als bij mannen en kinderen. Helaas bestaat er voor veel mensen een drempel om hierover te praten met een arts, terwijl er in veel gevallen een goede oplossing bestaat.

Soorten urineverlies

Er bestaan grofweg 2 soorten urineverlies: stressincontinentie en aandrangsincontinentie.

Stressincontinentie

Bij stressincontinentie (inspanningsincontinentie) verliest u urine als de druk in de buikholte plotseling toeneemt door het aanspannen van de buikspieren. Dit gebeurt bijvoorbeeld bij niezen, hoesten, lachen, tillen, sporten, springen of plotseling opstaan. U verliest de urine zonder dat u aandrang voelt. Een merendeel van de vrouwen heeft dit in meer of mindere mate, zeker na de overgang of een (zware) bevalling.

Stressincontinentie gaat vaak gepaard met een verzwakking van de bekkenbodemspieren. Dit kan ontstaan door overgewicht, na een bevalling of na een buikoperatie. Ook kan, met name na de overgangsjaren, een tekort aan vrouwelijke hormonen (oestrogenen) een verminderde functie van de sluitspieren van de blaas tot gevolg hebben. Daarnaast kan een verzakking ongewild urineverlies veroorzaken.

Aandrangsincontinentie

Aandrangsincontinentie is een plotse drang om te plassen die niet meer tegen te houden is. Dit wordt urge-incontinentie genoemd. Elk half uur is niet ongebruikelijk. Soms is de aandrang zo sterk of plotseling dat u het toilet niet op tijd haalt. Verandering van lichaamshouding, lopen of het horen van stromend water veroorzaakt soms ook urineverlies. Het urineverlies kan ook ’s nachts optreden.

Onderzoek

Om een indruk te krijgen van uw plasgedrag thuis zal u gevraagd worden een plasdagboek bij te houden van twee dagen. Daarbij registreert u de tijdstippen waarop u plast alsmede de hoeveelheden die u plast. U zult die dag dus uw plas op moeten vangen in een maatbeker om de hoeveelheden te kunnen registreren. Ook zal uw urine gecontroleerd worden om de aanwezigheid van een blaasontsteking of bloed in de urine te kunnen beoordelen.

U kunt voor incontinentieklachten zowel naar de gynaecoloog als naar de uroloog verwezen worden. In sommige gevallen wordt u gezien op het bekkenbodemspreekuur. Daarbij is er zowel een uroloog als gynaecoloog aanwezig. Afhankelijk van uw klachten, zal besloten worden of er aanvullende onderzoeken plaats moeten vinden. Daarbij zal soms gekozen worden voor een cystoscopie om de blaas te onderzoeken of een urodynamisch onderzoek.

Behandeling van stressincontintentie
Indien er sprake is van beperkte inspanningsincontinentie kan gekozen worden voor een behandeling middels bekkentherapie. Door de bekkenbodemspieren te versterken, worden de incontinentie klachten bij 70% van de vrouwen teruggebracht tot een acceptabel niveau. Wanneer er uitsluitend in specifieke situaties klachten zijn van inspanningsincontinentie, kan een (incontinentie) tampon soms ook effectief zijn. Als er naast de inspanningsincontinentie ook klachten van aandrangsincontinentie bestaan, zal er vaak voor gekozen worden die klacht eerst te behandelen. Bij aanhoudende of ernstige inspanningsincontinentie kan ook gekozen worden voor een operatieve behandeling. Daarbij wordt een bandje geplaatst onder de plasbuis. Die ingreep vindt plaats in dagbehandeling. Informatie daarover vindt u onder TVT (Tensionfree Vaginal Tape).

Behandeling van aandrangsincontinentie
Indien er sprake is van aandrangsincontinentie kan ook gekozen worden voor een behandeling middels bekkentherapie. Mocht bekkentherapie geen effect hebben dan zijn er verschillende behandelmogelijkheden, variërend van medicatie, PTNS-behandeling tot injectie van Botuline toxine in de blaas.