Blaaskanker
Blaaskanker ontstaat bij ruim 90% van de patiënten vanuit het slijmvliesweefsel van de blaaswand. Deze blaaskanker wordt ook wel een urotheelcarcinoom genoemd. Deze informatie gaat alleen over deze soort blaaskanker.
Klachten
Tumoren van de blaas zijn meestal kwaadaardig, dan is er sprake van blaaskanker. 95% van alle blaastumoren zijn kwaadaardig. De meest voorkomende klacht bij blaaskanker is bloed in de urine.
Naar de huisarts
Bloed plassen wijst niet zonder meer op blaaskanker. Maar als u deze klacht heeft, is het verstandig naar uw huisarts te gaan.
Onderzoek en diagnose
Bij klachten zal de huisarts lichamelijk onderzoek doen en meestal ook bloed- en urineonderzoek laten doen. Meestal is verder onderzoek door de uroloog nodig. De uroloog zal met een kijkonderzoek constateren of er een tumor in de blaas zit. Dit onderzoek heet een (uretho)cystoscopie. Tevens zal de uroloog de nieren en urineleiders in beeld willen brengen met behulp van een echo en in sommige gevallen een CT scan, aangezien de binnenkant hiervan bekleed is met het zelfde soort weefsel als in de blaas.
3 typen blaaskanker
Als blaaskanker wordt vastgesteld zijn er 3 typen:
- Een oppervlakkig groeiende tumor: de tumor bevindt zich alleen in het slijmvliesweefsel van de blaas.
- Een niet oppervlakkig groeiende tumor: de tumor groeit de diepte in en is vaak agressiever van aard.
- Carcinoma in situ (CIS): voorloper stadium wat uit wil groeien tot een agressiever vorm van blaaskanker.
Groeiwijzen
Een blaastumor groeit vrijwel altijd uit in de blaasholte. Er zijn verschillende groeiwijzen:
- Een vlakke, soms wat rode, fluweelachtige afwijking van het slijmvlies. Vaak is dit het geval bij een carcinoma in situ.
- Een druiventros- of bloemkoolvormig gezwelletje dat met een dun steeltje verbonden is aan de blaaswand. Vaak is dit het geval bij een niet-spierinvasiefgroeiende tumor.
- Een solide gezwel dat met een stevige, brede steel verbonden is aan de blaaswand. Dit kan het geval zijn bij een spierinvasief groeiende tumor. Solide betekent vast, stevig.
Behandelplan
Als er sprake is van een blaastumor dan moet de tumor worden verwijderd met een operatie via de plasbuis. Aan de hand van de operatie kan bepaald worden of het om een agressieve tumor gaat en hoe diep de tumor in de wand groeit. De operatie gebeurt onder verdoving (algehele narcose of ruggenprik) met een kijkinstrument via de plasbuis.
In het laboratorium wordt al het verwijderde weefsel onderzocht. Soms zal de blaas na de ingreep met een medicijn gespoeld worden. Door die blaasspoelingen wordt de kans dat de tumor terugkomt kleiner. Ook zijn er aanwijzingen dat hiermee de agressiviteit van de tumor kan worden geremd.
Genezing
Patiënten met oppervlakkig blaaskanker zijn goed te genezen. Controles worden voor langere tijd uitgevoerd.
Als de tumor dieper in de blaaswand doorgroeid en er geen aanwijzing zijn voor uitzaaiingen, kan de uroloog een operatie voorstellen waarbij de blaas in zijn geheel wordt verwijderd.
Bij deze uitgebreide operatie zal een gedeelte van de darm worden gebruikt voor het maken van een urinestoma of een nieuwe blaas. Uw uroloog zal met u verschillende opties bespreken.
Uitzaaingen
Kanker kan uitzaaien. Een ander woord voor uitzaaiingen is metastasen. Groeit een tumor verder in de diepere lagen van de blaaswand? Dan wordt het risico groter dat er kankercellen losraken. Die kunnen zich in het lichaam verspreiden:
- via de lymfe kunnen de losgeraakte kankercellen terechtkomen in de lymfeklieren rond de blaas. Zo kunnen uitzaaiingen in de lymfeklieren ontstaan.
- bij verspreiding van kankercellen via het bloed kunnen uitzaaiingen ontstaan in organen als de lever en de longen, en in de botten.
Interessante links