Menu
Nieuws

Prostaatkanker en homoseksualiteit

18 november 2020

De bestaande voorlichting voor patiënten met prostaatkanker is voornamelijk gericht op de hetero man. Homoseksuele mannen zitten deels met totaal andere vragen die in de zorg nog zelden worden belicht, blijkt uit onderzoek van verpleegkundig specialist uro-oncologie Barbara Harterink-Poker.

Homoseksuele mannen worstelen echt met andere vragen dan hetero’s

Over de prostaat als G-spot en de noodzaak voor zorgverleners om seksuele geaardheid bij prostaatkanker-patiënten bespreekbaar te maken. ‘We moeten als zorgverleners vroegtijdig drempels slechten.’

Seksuele voorkeur

Ook Barbara vroeg tot voor kort in haar gesprekken met prostaatkankerpatiënten zelden naar seksuele voorkeur. Na haar afstudeeronderzoek tot Master Advanced Nursing Practice is ze daar drastisch anders over gaan denken. ‘Homoseksuele mannen worstelen echt met andere vragen dan hetero’s.’ Het gaat met name mis in de voorlichting. Barbara: ‘Er is internationaal al best veel studie gedaan naar de seksuele beleving van homoseksuele mannen met prostaatkanker. Het heeft gevolgen voor zaadlozingen, erecties en verminderd libido. Minder bekend is dat voor homoseksuele mannen de prostaat ook fungeert als G-spot. Het verwijderen van de prostaat heeft een enorme impact op de seksuele gevoelens van de man. Daar hebben we het in de behandelkamer nog veel te weinig over.’

Lotgenoten

Door haar afstudeeronderzoek naar de relatie prostaatkanker-homoseksualiteit, maakt Barbara seksuele voorkeur veel vaker tot onderdeel van het gesprek met haar patiënten in de spreekkamer. ‘Voor iemand met longkanker is seksuele voorkeur niet relevant, maar voor sommige aandoeningen, zoals prostaatkanker, kan het wel heel belangrijk zijn. Voor seksuele prikkels maar bijvoorbeeld ook in de relatie tussen mannen onderling. In homoseksuele relaties is vaak sprake van een bottom-top verhouding en kan de prostaat een geweldig grote invloed hebben. Uit mijn onderzoek blijkt dat je drempels weg moet nemen in de spreekkamer. Maak je onderwerpen bespreekbaar, dan maakt dat soort gesprekken een stuk eenvoudiger. Er heerst toch veel schroom om over dit onderwerp te beginnen. Urologen en collega’s die ik sprak over mijn onderzoek bevestigden ook dat ze uit zichzelf zelden over seksuele voorkeur beginnen.’

“We moeten als zorg echt drempels wegnemen, want homoseksuele mannen zitten met andere vragen.”

– Barbara Harterink-Poker

Lotgenoten

Andere conclusie die Barbara in haar onderzoek trok, was dat homoseksuele mannen veel behoefte hebben aan lotgenotencontact. ‘Ook internationaal blijkt dat gespreksgroepen over prostaatkanker vooral ingestoken worden vanuit een hetero invalshoek. Dan beginnen homoseksuele mannen er zelden ook zelf over.’ Zelfs de Prostaatkanker Stichting heeft nog weinig informatie over homoseksualiteit en prostaatkanker. Het master-onderzoek van Barbara kwam ook voort uit een verzoek van de Prostaatkanker Stichting om eens te kijken naar de ervaring van homoseksuele mannen met prostaatkanker en hoe voorlichting hierover verbeterd kan worden.

Eye-opener

Barbara: ‘Ik denk echt dat dit onderzoek een eye-opener is voor veel zorgverleners. We moeten leren om seksuele geaardheid voor bepaalde aandoeningen vroeg in een behandeltraject bespreekbaar te maken. Neem een radiotherapeutische behandeling of operatie bij rectumaandoeningen. Hoe lang mag iemand dan geen anale seks hebben? We moeten als zorg echt drempels wegnemen, want homoseksuele mannen zitten wel met die vragen. Natuurlijk willen ook zij eerst genezen worden van kanker, maar daarna - of tijdens het behandelingstraject - komen echt vragen naar boven over hoe een seksuele relatie voortgezet kan worden. De impact van die onderwerpen onderschatten we nog wel eens als zorgverleners. We moeten leren daarover een ander gesprek te voeren.’