Borstkanker - verwijderen lymfeklieren in de oksel
De lymfeklieren en lymfevaten zijn onderdeel van het natuurlijk afweersysteem van uw lichaam. In uw oksel zitten 10 tot 20 lymfeklieren.
Borstkanker verspreidt zich meestal het eerst naar de lymfeklieren in de oksel (okselklieren). Daarom moeten deze klieren soms verwijderd worden.
Wat is een okselklieroperatie?
Het verwijderen van de lymfeklieren kan op twee momenten in uw behandeling plaatsvinden:
- de eerder verwijderde schildwachtklier bevat kwaadaardige cellen. Dit betekent dat er een tweede operatie noodzakelijk is;
- er heeft een punctie uit een lymfklier in de oksel plaatsgevonden en deze lymfklier bevat kwaadaardige cellen.
Voorgestelde behandeling
De specialist heeft een okselklieroperatie voorgesteld, ook wel okselklierdissectie genoemd. Bij deze ingreep verwijdert de specialist alle lymfeklieren uit de oksel met het omliggende vetweefsel.
Voor de operatie
Op de verpleegafdeling wordt u ontvangen door een verpleegkundige. Zij zal u wegwijs maken op de afdeling. Ongeveer een uur vóór de operatie krijgt u een rustgevend tabletje en een pijnstiller. U krijgt operatiekleding om aan te trekken. Daarna blijft u in bed. Ga voor die tijd nog naar het toilet.
Tijdens de operatie
De verpleegkundige brengt u in uw bed naar de operatiekamer. De anesthesioloog brengt een infuus in voor de vochttoediening. U krijgt op de operatiekamer de narcose toegediend, waarna de chirurg start met de operatie. Voor het verwijderen van de lymfeklieren maakt de specialist een snee in de oksel. De specialist zal eerst de grotere lymfevaten en enkele gevoelszenuwen doorsnijden en kan dan alle aanwezige lymfeklieren verwijderen. Als er ook verwijdering van de borst plaatsvindt, wordt de snee in de oksel voor het vervolg van de operatie verlengd. Bij de operatie ontstaat in de oksel een vrij grote wond, die veel vocht produceert. Daarom blijven na de operatie één of twee slangetjes (drains) in uw oksel achter om bloed of wondvocht af te zuigen. Het verwijderde weefsel gaat naar de patholoog voor onderzoek. De specialist laat in het wondgebied 1 dun slangetje (drain) achter voor het afvoeren van bloed en wondvocht. De wond wordt onderhuids gesloten met oplosbaar hechtmateriaal en bedekt met hechtpleisters.
Na de operatie
Na de operatie wordt u naar de uitslaapkamer gebracht. De specialist neemt vervolgens telefonisch contact op met uw contactpersoon om te vertellen hoe het met u gaat en hoe de operatie is verlopen. Als uw bloeddruk en ademhaling normaal zijn en u goed wakker bent, gaat u terug naar de verpleegafdeling. Uw contactpersoon wordt opnieuw gebeld en geïnformeerd over hoe het met u gaat. De verpleegkundige zal u regelmatig controleren.
Als u pijn hebt of misselijk bent, kunt u om medicijnen vragen. De pijnstilling na de operatie wordt geregeld door de anesthesioloog. Dit is met u besproken tijdens de preoperatieve screening. De drain blijft maximaal 5 dagen zitten, maar wordt eerder verwijderd als er niet meer dan 30 ml vocht per dag via de drain uit de wond komt.
Uw arm aan de geopereerde zijde ligt op een kussen. Bloedprikken en bloeddruk meten gebeuren voortaan aan de andere arm. Het infuus mag uit als u weer eet en drinkt en niet misselijk bent en wanneer de bloedwaarden goed zijn. In de dagen na de operatie zult u zich weer vrij snel helemaal zelf kunnen verzorgen.