Borstkanker - borstamputatie
Komt u binnenkort naar het Deventer Ziekenhuis voor het operatief verwijderen van uw borst en de lymfeklieren in uw oksel? Hier leest u meer over de gang van zaken voor, tijdens en na de operatie.
Hoe gaat de borstamputatie bij borstkanker?
De verpleegkundige brengt u in uw bed naar de operatiekamer. De anesthesioloog brengt bij u een infuus in voor de vochttoediening. Op de operatiekamer krijgt u de narcose toegediend zoals is besproken tijdens het preoperatief spreekuur. Daarna begint de specialist met de operatie. De specialist maakt een snede en verwijderd al het klierweefsel van de borst, inclusief de tepel en de lymfeklieren in de oksel. Het verwijderde weefsel gaat naar de patholoog voor onderzoek. De specialist laat in het wondgebied 1 dun slangetje (drain) achter. Deze zorgt voor de afvoer van bloed en wondvocht en blijft maximaal 5 dagen zitten. De wond wordt onderhuids gesloten met oplosbaar hechtmateriaal en bedekt met hechtpleisters. Soms wordt na de operatie een drukverband aangelegd om de borstwand. Dit is om extra druk en stevigheid uit te oefenen op de wond.
Risico's en bijwerkingen
Geen enkele ingreep is vrij van de kans op complicaties. Zo zijn er ook bij deze operatie risico's op complicaties zoals trombose, longontsteking, nabloeding en een wondinfectie. Hiervoor worden zoveel mogelijk voorzorgsmaatregelen genomen.
Doof gevoel
Tijdens de operatie is een zenuw in de oksel doorgesneden. Hierdoor kan er aan de geopereerde zijde een doof gevoel optreden aan de achterzijde van de bovenarm, oksel, borstkas en/of schouder. Dit gevoel wordt soms als branderig of pijnlijk ervaren. Soms is een verwijzing naar het Pijncentrum noodzakelijk
Vochtophoping
Er kan vochtophoping ontstaan achter het litteken of in de oksel als de drain verwijderd is. Het komt vaak voor en hinderlijk zijn. Vochtophoping kunt u niet voorkomen.
Dikke arm (lymfoedeem)
Tijdens de operatie zijn de lymfeklieren in de oksel verwijderd, waardoor het lymfevocht aan de geopereerde kant minder gemakkelijk kan worden afgevoerd. Als u uw arm teveel belast, kan er een ophoping van lymfevocht ontstaan. Voorkom ontstekingen, zoals wondjes, aan uw arm of hand. Draag handschoenen als u bijvoorbeeld in de tuin werkt. Eventuele wondjes ontsmet u met alcohol of jodium. De kans op een dikke arm is 5-10%. Als uw arm toch dikker of pijnlijker wordt, neem dan contact op met de mammacareverpleegkundige.
Nazorg
Na 2 tot 5 dagen mag u naar huis. Het is mogelijk dat u met de drain naar huis gaat. In dat geval is het belangrijk dat u de drain kunt verzorgen en dat u dagelijks de hoeveelheid vocht meet en noteert. U krijgt hiervoor instructies mee van de verpleegkundige. U krijgt afspraken mee voor controle op de Mammapolikliniek.
Aandoeningen
Downloads
Meer informatie