Artrose van de pols
Bij reuma wordt soms eerst een rustspalk voorgeschreven, die u draagt als u pijn heeft aan de pols.
Ook een injectie kan tijdelijk de klachten verlichten. Als dit niet meer helpt, wordt de mogelijkheid van een operatie met u besproken.
Wat is de behandeling bij artrose?
De specialist stelt een prothese of een injectie voor om de klachten te verminderen.
Operatie
Het doel van de operatie is het verminderen van pijn. Dit wordt gedaan door het polsgewricht vast te zetten, tussen het spaakbeen, de polsbotjes en een middenhandsbeentje. Hierbij wordt een snee gemaakt aan de strekzijde van de pols. Nadat de gewrichtsvlakken van restkraakbeen zijn ontdaan, wordt hier extra bot bij gelegd, dat bijvoorbeeld uit de bekkenkam gehaald wordt via een aparte kleine huidsnee (incisie).
Vervolgens wordt er een plaat over de pols aangebracht. Na de operatie heeft u een gips voor 6-12 weken. Na een jaar kan de plaat verwijderen, als u hier last van hebt. Na de operatie verdwijnt de pijn. De pols kan niet meer gebogen worden. U kunt de onderarm en de hand wel normaal blijven gebruiken. Met een plaat is de pols vastgezet. De gewricht-vlakjes zijn verwijderd en er is bot bijgelegd vanuit de bekkenkam. Het bot is volledig vastgegroeid.
Polsprothese
Hierbij wordt het polsgewricht vervangen door een prothese. Door de lage belastbaarheid en de kans op vroege loslating van de prothese komt hier slechts een heel geselecteerde groep patiënten voor in aanmerking, met name patiënten met reuma. Overleg dit met uw eigen orthopedisch chirurg.